-
Pel de uitjes, halveer en snijd ze in smalle reepjes. Rasp de sinaasappelschil. Pel de sinaasappels, verdeel het vruchtvlees in partjes en snijd ze in stukjes. Hak de olijven grof. Hak de koriander fijn.
-
Meng voor de salsa de helft van de uitjes met 1 theelepel sinaasappelschil, ¾ van de stukjes sinaasappel, ¾ van de olijven, de koriander, een snufje zout, een snufje peper en een snufje cayennepeper.
-
Snijd de dunne uiteinden van de hazenfilet eraf en snijd de filets in 12 mooie ronde `torentjes’.
-
Kook de spruitjes in ½ l water met een half Bouillonketeltje in 8-10 min. gaar. Afgieten en omscheppen met 1 eetlepel vloeibare margarine, een snufje peper en een snufje cayennepeper.
-
Bestrooi het vlees rondom met peper, cayennepeper en geraspte sinaasappelschil. Bak de ‘haastorentjes’ en de afsnijdsels in 2 eetlepels vloeibare margarine aan alle kanten bruin. Neem ze uit de koekenpan. Voeg ¼ l heet water, een half Bouillonketeltje, de rest van de olijven en stukjes sinaasappel aan de pan toe en kook de ‘jus’ 3 min. Leg de stukjes vlees in de jus en laat ze 3 min. zachtjes garen. Geregeld keren.
-
Bak ondertussen de rest van de uitjes in 1 eetlepel vloeibare margarine 3 min. Voeg de gebakken uitjes aan de warme aardappelpuree toe.
-
Schep de salsa in 4 kleine schaaltjes en zet ze tegen de rand van 4 warme borden. Schep een bergje aardappelpuree aan de andere kant van het bord. Zet er 3 haastorentjes tussen en schep hier en daar een spruitje.
-
Roer een lepeltje vloeibare margarine door de jus en breng de jus aan de kook. Schep een half juslepeltje jus over de haas en spruitjes. Geef de rest van de spruitjes, puree, extra stukjes haas en jus er apart bij. Strooi wat grof gemalen peper op de rand van de borden.